KNM-er 1470 is een bijna complete schedel die aspecten van het voorste gezicht mist, waaronder delen van het jukbeen en de frontale botten. De schedel vertoont relatief gereduceerde supraorbitale tori, en mist een duidelijke supraorbitale sulcus2. KNM-er 1470 vertoont matige postorbitale vernauwing (hoewel niet zo uitgesproken als australopieten), en geen bewijs van een sagittale kiel2. Over het algemeen vertoont de schedel weinig aanwijzingen van krachtige kauwspieren. Er werden geen tandkronen gevonden voor KNM-er 1470, maar de wortels en de bewaard gebleven alveoli suggereren dat de snijtanden en hoektanden (voorste tanden) aanzienlijk groot waren2, en dat de wangtanden relatief groot waren3. Het gewelf van de schedel is relatief hoog, met pariëtale eminenties en steil hellende zijkanten3.Er is veel discussie over de vraag of Homo habilis en Homo rudolfensis wel of niet dezelfde soort zijn. Als ze worden beschouwd als afzonderlijke soorten, KNM-ER 1470 is een goede weergave van de laatste. Het gezicht van KNM-er 1470 is relatief lang in vergelijking met de H. habilis specimen KNM-er 1813, en heeft een grotere schedelcapaciteit en grotere wangtand3. Sommigen beweren dat deze exemplaren de mannelijke en vrouwelijke tegenhangers van een enkele soort met uitgesproken seksueel dimorfisme vertegenwoordigen, terwijl anderen argumenteerden dat de twee fossielen verschillende soorten vertegenwoordigen.
- Johnson D and Edgar B. 2006. From Lucy to Language: Revised, Updated, and Expanded. New York: Simon and Schuster
- Leakey REF. 1973. Bewijs voor een gevorderde Plio-Pleistoceen hominide uit Oost Rudolf, Kenia. Natuur 242: 447-450
- Klein RG. 2009. De Menselijke Carrière: Human Biological and Cultural Origins, Third Edition. Chicago: University Of Chicago Press.
- Schwartz JH en Tattersall I. 2003. Het Menselijk Fossielenbestand. Deel Twee. Craniodental Morphology of Genus Homo (African and Asia)_. Wiley-Liss.