Commentaar op Jesaja 55:1-9

hoofdstuk 55 dient als de conclusie van de sectie van Jesaja vaak genoemd “Deutero-Jesaja” (hoofdstukken 40-55).

dit hoofdstuk moet worden gelezen, begrepen en beschouwd in het licht van de mooie, poëtische taal die kenmerkend is voor deze hele sectie. Binnen deze verzameling worden de volken beproefd (hoofdstuk 41), worden afgoden bespot (hoofdstuk 46) en wordt de dienaar opgeroepen. Maar dit alles moet worden gehoord in het licht van hoofdstuk 40 en de aankondiging van een nieuwe uittocht terug naar Jeruzalem waar de “heerlijkheid des Heren zal worden geopenbaard en alle mensen zullen samen zien” (40:5). Hoofdstuk 55 keert terug naar het thema van een nieuwe exodus, maar met nieuwe thema ‘ s gearticuleerd.

binnen de verzen 1-3a gebruikt de auteur twaalf imperatieven-het oproepen, roepen en aansporen van de gelovigen erkennen de volheid van dit moment en de volheid van God. In de oude wereld, wanneer een nieuwe koning de troon zou overnemen, vaardigde hij vaak een mišarum edict uit, waarin hij een kwijtschelding van alle schulden afkondigde. Als onderdeel van dit edict, zou de koning ook roepen om een groot banket te genieten van de mensen van dat koninkrijk. Beide gebeurtenissen, het edict en het banket, gaven een nieuwe dag aan onder een nieuwe koning. De openingsregels van hoofdstuk 55 herinneren de toehoorder aan zo ‘ n banket en nog belangrijker, het signaleren van een nieuwe dag.

vers 1 roept de mensen naar het water. De verwijzing naar “wateren” is ongetwijfeld bedoeld om te verwijzen naar de wateren van Jeruzalem, de vruchtwater van Sion, die in andere Bijbelteksten worden genoemd (vgl. Ezechiël 47: 1-12; Joël 3: 18; Zacharia 14: 1-11). De Betekenis van deze verzen is niet in wat wordt geserveerd op dit grote feestmaal( wijn, melk, brood en rijk voedsel), maar het feit dat het de voorziening van Jahweh voor dorstige mensen (cf. Psalm 42).

verwijzen deze verzen naar materiële voorziening of geestelijke voorziening? Het antwoord lijkt te zijn “ja.”Eerder in Jesaja (8:7; 12:15), de vreugde van Israël wordt gezegd te eten en te drinken voor de Heer — koesterend in de volheid van God. Het is duidelijk dat de eerste twee verzen een metaforische strekking hebben, maar in sommige opzichten functioneert de metafoor als een dubbele betekenis, die hen herinnert aan de vreugde van eten en drinken in de aanwezigheid van God.

de oproep aan hen om naar Jahweh te” luisteren ” in vers 2b suggereert dat er meer dan alleen materiële voorzieningen in het vooruitzicht zijn. De mensen moeten luisteren naar wat de Here gaat zeggen, en suggereren dat het woord van de Here inderdaad het “spul” van het leven is. Zo ‘ n punt wordt nog duidelijker gemaakt in 3a: “luister, zodat je leeft.”Voor een volk dat diep had gedronken uit de wateren van deportatie, ballingschap en vervreemding, betekende deze uitnodiging om terug te keren naar de wateren van Sion een nieuwe dag.

het woord van de Heer wordt aan het volk aangekondigd in de verzen 3b-5. In hoofdstukken 40-54 is David of de Davidische lijn niet in zicht; de nadruk ligt op het toekomstige herstel van Gods volk. In vers 3b roept de auteur echter de naam van David aan, en zelfs het eeuwigdurende verbond met David, maar in plaats van een komende koning uit de lijn van David aan te kondigen, maakt de auteur een radicale stap. Het eeuwigdurende verbond met David (2 Samuël 7) is nu overgedragen aan het volk. De eisen van het verbond die de Heer in 2 Samuël aanneemt, worden geen overblijfsel uit de oudheid, maar worden Nieuw geactiveerd in de levens van die generatie. Net zoals David een getuige, leider en commandant van de volkeren was geweest, zo zal ook deze nieuwe generatie van dienaren (54:17) zijn. Deze dienaren zullen met de Heer samenwerken bij het creëren van een goed geordende wereld — een die later in hoofdstuk 65 uitdrukkelijk wordt voorgesteld.

vers 6-7 roept de mensen op tot bekering. Een dergelijke oproep lijkt misschien vreemd geplaatst in dit hoofdstuk, maar het geeft opnieuw de openheid van God voor de toekomst van zijn volk aan. In verzen 3b-5 heeft de Heer het plan voor zijn volk aangekondigd; verzen 6-7 staan als een open uitnodiging voor degenen die willen deelnemen. Zelfs voor de goddelozen en de onrechtvaardigen is er hoop. Als ze naar hem terugkeren, vergeeft hij hem vrijwillig. Ook zij zullen worden opgenomen in dit werk van God.

de uitspraken van God gegeven in verzen 8-9 voorzien ongetwijfeld vragen die kunnen voortvloeien uit het woord van de Heer. Wat is er gebeurd met de Davidische lijn en de beloften aan hen? Hoe kan het Davidische verbond aan de dienaren worden gegeven? Hoe kan God toestaan dat de goddelozen en de onrechtvaardigen deel uitmaken van dit nieuwe werk?

het antwoord is te vinden in de bevestiging dat Gods gedachten geen menselijke gedachten zijn, noch menselijke wegen Gods wegen. Dergelijke verzen worden vaak uit hun context gehaald en toegepast op een groot aantal omstandigheden, maar hier is de Betekenis vrij eenvoudig. Wat totaal onwaarschijnlijk lijkt kan in feite de trouw van God aan zijn eigen plannen en doelen zijn.

de thema ‘ s in Jesaja weerspiegelen de algemene strekking van de vastentijd. In zekere zin is vasten een uitnodiging tot dorst. Zij die waarlijk dorsten en die waarlijk hongeren naar God en de wegen van God (Matteüs 5) begrijpen deze uitnodiging. De uitnodiging is echter om meer te doen dan alleen maar drinken uit het water (vers 1), maar het is om deel te nemen aan het werk van God. Het is een werk gericht op meer dan alleen het innerlijk leven, maar een werk dat begint in het innerlijk en gevolgen heeft voor de hele wereld van God (vers 5).De Lent roept ons op om” de Heer te zoeken “en” hem aan te roepen ” (vers 6). De vastentijd is een uitnodiging en een herinnering dat dit verrassende werk van God open staat voor ons allen — zowel goddelozen als onrechtvaardigen — als we terugkeren naar de God die overvloedig vergeeft.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.