we wisten dat deze woorden nieuw voor u zouden kunnen zijn, dus we gaan u helpen deze nieuwe woorden te leren kennen en hopelijk helpen bij eventuele verwarring.
ik wed dat de laatste zin verwarrend klinkt als je hem hardop leest. Je zou dan ook kunnen raden dat onze makkelijke mix van deze week ‘known’ en ‘new’is. Beide woorden worden hetzelfde uitgesproken (de’ K ‘in’ wist ‘ is stil) maar hebben twee verschillende betekenissen.
laten we beginnen met ‘knew’.
dit is de verleden tijd van het werkwoord ‘weten’. Het wordt gebruikt wanneer je je bewust was van iets of kennis had van iets. Een voorbeeld zou zijn als je een antwoord ‘wist’ op een vraag die de leraar stelde, maar zodra de leraar je naam riep, vergeet je het antwoord. Dan zou je de uitdrukking “Ik wist het”kunnen gebruiken.
laten we nu eens kijken naar ‘Nieuw’.
dit is een bijvoeglijk naamwoord dat gebruikt wordt om iets te beschrijven dat nog nooit eerder is gezien of gedaan. Een voorbeeld van wanneer je dit woord zou kunnen gebruiken is wanneer je een les begint die je nog niet eerder hebt gedaan, waardoor het “een nieuwe les”wordt.
dus voor de volgende keer, onthoud dat als je het hebt over iets waarvan je in het verleden kennis had, je ‘knew’zult gebruiken. Als je het hebt over iets fris of anders dat je voor de eerste keer ervaart, dan zul je ‘nieuw’gebruiken.
omdat beide uitspraken precies hetzelfde zijn, kan het verwarrend zijn om te weten welk woord u gebruikt. Om te helpen, hier zijn enkele oefenzinnen:
1. Ik heb een jurk gekocht.
a. kende
B. nieuw
2. I _ _ _ _ _ _ de auto werd gebruikt
a. kende
B. nieuw
3. Ze _ _ _ _ _ _ _ dat de auto was________.
a. wist; nieuw
b. nieuw: wist
4. De les was _ _ _ _ _ _ _ _ voor mij.
a. knew
B. new
antwoorden: B, A, A, B
Image: dumbledad