Ernst Eduard Kummer (Sorau, 29 januari 1810 —Berlijn, 14 mei 1893), Duits wiskundige wiens introductie van ideale getallen, die gedefinieerd zijn als een speciale subgroep van een ring, de fundamentele stelling van de rekenkunde (unieke factorisatie van elk geheel getal in een product van priemgetallen) uitbreidde tot complexe getallenvelden.Na 1 jaar les te hebben gegeven in het Gymnasium in Sorau en 10 jaar in Liegnitz, werd Kummer in 1842 hoogleraar wiskunde aan de Universiteit van Breslau (nu Wrocław, Polen). In 1855 volgde hij Peter Gustav Lejeune Dirichlet op als professor in de wiskunde aan de Universiteit van Berlijn, en werd tegelijkertijd professor aan het Berlijnse Oorlogscollege.
in 1843 toonde Kummer Dirichlet een poging tot bewijs van Fermat ‘ s laatste stelling, die stelt dat de formule xn + yn = zn, waarbij n een geheel getal groter is dan 2, geen oplossing heeft voor positieve integraal waarden van x, y en z. Dirichlet ontdekte een fout en Kummer ging verder met zijn zoektocht en ontwikkelde het concept van ideale getallen. Met behulp van dit concept bewees hij de onoplosbaarheid van de Fermat-relatie voor alle, behalve een kleine groep priemgetallen, en zo legde hij de basis voor een uiteindelijk volledig bewijs van Fermat ‘ s laatste stelling. Voor zijn grote vooruitgang kende de Franse Academie van Wetenschappen hem in 1857 de hoofdprijs toe. De ideale getallen hebben nieuwe ontwikkelingen in de rekenkunde van de algebraïsche getallen mogelijk gemaakt.Geïnspireerd door het werk van Sir William Rowan Hamilton over systemen van optische stralen, ontwikkelde Kummer het oppervlak (dat zich in de vierdimensionale ruimte bevindt) dat nu naar hem vernoemd is. Kummer breidde ook het werk van Carl Friedrich Gauss over de hypergeometrische reeksen uit, waarbij hij ontwikkelingen toevoegde die nuttig zijn in de theorie van differentiaalvergelijkingen.