persisterende fysieke stoornis wordt vaak aangetroffen na kritieke ziekte. Recente gegevens wijzen naar mitochondriale dysfunctie als belangrijke determinant van dit fenomeen. Dit narratieve overzicht biedt een uitgebreid overzicht van de huidige kennis van de mitochondriale functie tijdens en na kritieke ziekte en de rol en potentiële therapeutische toepassingen van specifieke micronutriënten om de mitochondriale functie te herstellen.
verhoogde lactaatspiegels en verminderde mitochondriale ATP-productie zijn veel voorkomende bevindingen tijdens kritieke ziekte en worden beschouwd als geassocieerd met verminderde activiteit van spiermitochondriale complexen in het elektronenoverdrachtsysteem.
Adequate nutriëntenconcentraties zijn essentieel voor de mitochondriale functie, aangezien verschillende specifieke micronutriënten een cruciale rol spelen in het energiemetabolisme en ATP-productie. We hebben de rol van B-vitamines, ascorbinezuur, α-tocoferol, selenium, zink, co-enzym Q10, cafeïne, melatonine, carnitine, nitraat, liponzuur en taurine in mitochondriale functie behandeld. B-vitamines en liponzuur zijn essentieel in de tricarbonzuurcyclus, terwijl selenium, α-tocoferol, co-enzym Q10, cafeïne en melatonine worden voorgesteld om de functie van het elektronenoverdrachtsysteem te stimuleren. Carnitine is essentieel voor vetzuur bèta-oxidatie. Selenium is betrokken bij mitochondriale biogenese. Ondanks het gedocumenteerde belang van verschillende voedingscomponenten voor een optimale mitochondriale functie, zijn er momenteel geen studies die aanwijzingen geven voor optimale behoeften tijdens of na kritieke ziekte, hoewel deficiënties van deze specifieke micronutriënten die betrokken zijn bij het mitochondriale metabolisme vaak voorkomen. Gezien de wisselwerking tussen deze specifieke micronutriënten, zou in toekomstig onderzoek meer aandacht moeten worden besteed aan de gecombineerde toevoer van deze micronutriënten als leidraad voor gebruik in de klinische praktijk.