¿ons geloof is een geschenk van God, is het niet? Is geloof iets dat God ons geeft om gered te worden, of is het een product van ons eigen hart?
deze vraag is cruciaal. Als ons geloof (ons vertrouwen in Christus, die het voorwerp van ons geloof is) geen geschenk van God is, maar iets dat van ons komt, zouden we kunnen zeggen dat we iets bijdragen aan onze bekering —wat ons ertoe brengt minder dankbaar te zijn dan we zouden moeten zijn voor God.
in zijn goedheid heeft God deze vraag beantwoord. We hebben zijn antwoord in het Woord van God. Bijvoorbeeld, in Efeziërs 2: 8-9 lezen we,”want door genade zijt gij behouden door het geloof, en dat niet uit uzelf, maar het is een gave van God, niet uit de werken, opdat niemand roeme.”
er zijn mensen die zeggen dat Paulus daar niet leert dat geloof een geschenk van God is, maar dat het feit dat we gered zijn door geloof een geschenk van God is. Met andere woorden, het is een geschenk van God dat we gered worden door geloof, maar het geloof waardoor we verlossing ontvangen is geen geschenk van God. Zet een andere manier: “genade is Gods deel, en geloof is ons Deel.”Ik ben het daar niet mee eens.
Ik ben het eens met de geleerde William Hendricksen wanneer hij, bij het zorgvuldig analyseren van deze passage, verklaart dat…”In een context waarin de apostel zo ’n enorme nadruk legt op het feit dat de mens van begin tot eind zijn redding aan God en aan hem alleen te danken heeft, zou het zonder twijfel zeer vreemd zijn geweest als hij zou zeggen:’ genade is Gods deel, geloof, ons.’ Hoewel zowel de verantwoordelijkheid om te geloven als de activiteit ervan aan ons zijn, aangezien God niet in onze plaats mag geloven, echter in de huidige context (vv. 5-10) men zou de nadruk verwachten op het feit dat het geloof, zowel in het begin als in het vervolg, volledig afhankelijk is van God, en dit is het geval met betrekking tot al onze redding.”1) William Hendriksen, Commentary to the New Testament: Efezians (Grand Rapids, MI: Challenge Books, 1984), 133.Ik geloof dat de passage leert dat zelfs het geloof waardoor we gered worden een geschenk van God is. Dit stemt overeen met andere onweerlegbare teksten die ons duidelijk hetzelfde leren. “Want het is u gegeven om Christus’ wil niet alleen in Hem te geloven, maar ook voor hem te lijden ” (Fil. 1:29). “toen hij kwam, hielp hij hen die geloofd hadden door genade” (handelingen. 13: 48b). “Want uit de genade, die mij gegeven is, zeg ik een iegelijk van u, dat gij niet hoger over zichzelven denkt dan hij behoort te denken, maar dat gij met goed oordeel denkt, naar de mate des geloofs, die God aan een iegelijk heeft uitgedeeld” (Rom. 12:3).In feite is niet alleen geloof een geschenk van God, maar ook berouw. “God heeft hem aan zijn rechterhand verheven als een vorst en Verlosser, om aan Israël berouw en vergeving van zonden te geven “(handelingen. 5:31). “En als zij dit hoorden, werden zij stil en verheerlijkt God, zeggende: daarom heeft God ook den heidenen bekering verleend, die tot het leven leidt “(handelingen. 11:18). “En de dienaar van de Heer moet niet twistziek zijn, maar vriendelijk voor allen … indien God hun bekering geeft, die leidt tot de volle kennis der waarheid” (2 Tim. 2:24-25).
daarom kan de apostel Paulus dingen zeggen als: “Ik heb geplant, Apollos heeft gedrenkt, maar God heeft de groei gegeven “(1 Kor. 3: 6); ” Want wie onderscheidt u? Wat heb je dat je niet hebt? En indien gij het ontvangen hebt, waarom beroemt gij u, alsof gij het niet ontvangen hebt?”(1 Kor. 4: 7); en “niemand kan zeggen: Jezus is Heer, dan door de Heilige Geest” (1 Kor. 12: 3b).Zoals Petrus schreef: “want Zijn goddelijke kracht heeft ons alles geschonken wat betrekking heeft op het leven en de godsvrucht, door de ware kennis van hem die ons geroepen heeft door zijn heerlijkheid en uitnemendheid” (2. Pe. 1:3). Daarom kunnen we gerust zeggen dat ons geloof en berouw gaven van God zijn die we ontvangen wanneer we door hem geroepen worden, terwijl we tegelijkertijd (en dit klinkt paradoxaal) de verantwoordelijkheid hebben om te geloven en berouw te tonen.
zoals we hebben gezien, is deze leer expliciet in de Schrift en belangrijk in het bijbelse Christendom. Dit was iets dat de hervormers moedig bevestigden en we moeten koesteren.Laat deze waarheid u leiden om nederiger en dankbaar voor God te leven, en moedig u ook aan om vrijmoedig het evangelie te prediken, wetende dat de Heer uw toehoorders geloof en bekering kan geven, zodat zij redding in Christus kunnen hebben. “Want van hem, door hem, en tot hem zijn alle dingen. Hem zij de heerlijkheid voor eeuwig. Amen ” (Rom. 11:36).
oorspronkelijk gepubliceerd op 11 augustus 2017.