gedurende de afgelopen 3 jaar zijn bij vijf patiënten zes episodes van ischemische monomelische neuropathie (IMN) geïdentificeerd als een complicatie van dialysetransplantaten in de bovenste ledematen. Alle patiënten hadden reeds lang bestaande insulineafhankelijke diabetes, perifere neuropathie en transplantaat van de armslagader, terwijl 60% een perifere vasculaire aandoening had. Vijf episodes traden onmiddellijk na het plaatsen van het transplantaat op, terwijl één te wijten was aan een transplantaatgerelateerde trombo-embolus. Diagnostische vertraging was gebruikelijk met de eerste bevindingen toegeschreven aan anesthesie, positionering, of chirurgische trauma. Elektrofysiologische studies toonden onderliggende diabetische neuropathie met ernstige multifocale neuropathie distaal naar de transplantaten. Digitale drukindices waren verminderd, maar er was geen kritische ischemie. In drie gevallen werd ischemie volledig gecorrigeerd met verbetering in één. Eén patiënt had proximale ballonangioplastiek zonder verbetering en van de twee onbehandelde patiënten verbeterde één enigszins. Ischemische monomelische neuropathie is een zeldzame maar invaliderende complicatie van dialysetoegang bij diabetische uremische patiënten. Het voorkomen ervan is onvoorspelbaar en diagnostische vertraging is gebruikelijk. Correctie van ischemie is geïndiceerd, maar meestal verbetert de neuropathie niet. Preventie vereist verder onderzoek om de risicopatiënten nauwkeuriger te karakteriseren.