isolatie door afstand, weerstand en/of clusters? De lessen die zijn geleerd van een carnivoor die in een heterogeen landschap woont

Landschapsgenetica bieden een waardevol kader om te begrijpen hoe landschapskenmerken de genenstroom beïnvloeden en om de factoren die leiden tot discrete en/of clinale populatiestructuur te ontwarren. Hier proberen we onderscheid te maken tussen deze processen in een kleine carnivoor in het bos . In het bijzonder gebruikten we complementaire analytische benaderingen om de ruimtelijk expliciete genetische structuur en diversiteit te kwantificeren en om patronen van genstroom te analyseren voor 140 individuen die gegenotypeerd zijn op 15 microsatellietloci. We gebruikten eerst ruimtelijk expliciete en niet-ruimtelijke Bayesiaanse clustering algoritmen om het monster in discrete clusters te verdelen en hypothesen van ‘isolatie door barrières’ (IBB) te evalueren. Verder hebben we de relaties gekarakteriseerd tussen genetische afstand en geografische (‘isolatie door afstand’, IBD) en ecologische afstanden (‘isolatie door weerstand’, IBR) verkregen uit geoptimaliseerde landschapsmodellen. Met behulp van een wederkerige causale modelleringsbenadering concurreerden we de IBD, IBR en IBB hypothesen met elkaar om factoren te ontrafelen die de genetische structuur van de populatie bepalen. Daarnaast beoordeelden we ruimtelijk expliciete indices van genetische diversiteit met behulp van sGD in potentieel overlappende genetische buurten die overeenkwamen met de afgeleide populatiestructuur. Onze resultaten onthulden een complex ruimtelijk genetisch cline dat gezamenlijk lijkt te worden gedreven door IBD en partiële barrières voor gene flow (IBB) geassocieerd met slechte habitat en interspecifieke concurrentie. Habitatverlies en fragmentatie, in synergie met vroegere oververhitting en mogelijke interspecifieke concurrentie met sympatrische steenmarters (Martes foina), zijn waarschijnlijk de belangrijkste factoren die verantwoordelijk zijn voor de ruimtelijke genetische structuur die we waargenomen hebben. Deze resultaten benadrukken de noodzaak van een grondiger evaluatie van discrete en clinale hypothesen die de genstroom in landschapsgenetische studies regelen, en de potentiële invloed van verschillende beperkende factoren die de genetische structuur op verschillende ruimtelijke schalen beïnvloeden.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.