Juanita Fernández Morales (Melo, 8 maart 1892 of 1895—Montevideo, juli 1979), Uruguayaans dichteres, een van de beroemdste Latijns-Amerikaanse vrouwelijke dichters. Ze werd vereerd voor haar lyrische viering van liefde en natuur.Ibarbourou bracht haar jeugd door in een klein dorp, omringd door landelijke dingen. Ze was grotendeels zelfopgeleid. In 1914 trouwde ze en later kreeg ze een zoon. Na een enigszins peripatetisch bestaan verhuisde het gezin in 1918 naar Montevideo.Ibarbourou ’s poëzie, rijk aan sensuele beelden en uitgedrukt in eenvoudige taal, behandelt de thema’ s liefde en natuur. Las lenguas de diamante (1919; “tongen van diamant”) is opvallend sensueel, erotisch en pantheïstisch. Deze kwaliteiten, samen met een jeugdig narcisme, zijn ook aanwezig in Raíz salvaje (1922; “wilde wortel”). De urgentie en overvloed in deze vroege werken gaf plaats later, in La rosa de los vientos (1930; “Compass Rose”), tot een gevoel van afnemende schoonheid en vitaliteit en, ten slotte, in Perdida (1950;” verloren”), tot een uitdrukking van wanhoop. Ze was diep getroffen door haar eigen ziekte en de dood van haar ouders en echtgenoot.Hoewel Ibarbourou ‘ s latere poëzie de passie en het gevoel van haar eerdere werk miste, bleef ze een van de meest populaire dichters van Zuid-Amerika. Ze werd verkozen tot voorzitter van de Sociedad Uruguayaya de Escritores (Vereniging van Uruguayaanse schrijvers) in 1950.
Juana de Ibarbourou
krijg een Britannica Premium abonnement en krijg toegang tot exclusieve content. Nu Inschrijven