Kassala, traditional region, east-central Sudan. Het grenst in het oosten aan Eritrea. De Atbara rivier, een belangrijke zijrivier van de Nijl, stroomt noordwestwaarts door Kassala en veroorzaakt seizoensgebonden overstromingen tijdens stortregens in de zomer. Rotsachtige woestijnen domineren het centrum van de regio, terwijl in het noorden de Butana vlakte ligt, met zandige kleigronden en af en toe lage heuvels met korte grasscrub en acacia. Het zuiden is onderlain door Nubische zandsteen en heeft struikgewas van acaciabomen en hoge grassen. Regenval neemt gestaag af van zuid naar noord, met 40 inches (1.000 mm) vallen jaarlijks in het uiterste zuiden, maar slechts 13 inches (330 mm) in Kassala stad. De belangrijkste nederzettingen in de regio zijn Kassala en Gedaref.Rond 590 v. Chr. kwam het gebied onder controle van de 25e, of Kushite, Egyptische dynastie. De Kushieten werden later veroverd door het Koninkrijk Aksum (Axum), en de mensen werden grotendeels gekerstend. Er waren mosliminvallen in de regio tijdens de Mamlūk-dynastie van Egypte (regeerde 1250-1517). De mensen werden bekeerd tot de Islam in het begin van de 16e eeuw, toen het gebied werd geregeerd door de Arabische Abdallabi-dynastie. De daaropvolgende Islamitische Funj-dynastie van Sennar gebruikte de regio als basis voor hun oorlogen met Ethiopië in 1618-19. In 1821 werd het gebied veroverd door Egypte onder Muḥammadalalī en werd een deel van Egyptisch Soedan. In 1881 kwam al-Mahdī, een religieuze hervormer en Soedanese politieke leider, succesvol in opstand tegen Egypte, en de regio werd geregeerd door de Mahdisten tot hun nederlaag in 1898 door Anglo-Egyptische troepen. Kassala ‘ s grens met Ethiopië, zijn toenmalige buur, was in conflict tot een verdrag met Groot-Brittannië in 1902. De regio maakte deel uit van het Anglo-Egyptische Condominium tot de onafhankelijkheid van Soedan in 1956.
het grootste deel van de bevolking van Kassala houdt zich bezig met landbouwactiviteiten en daar worden granen, oliehoudende zaden, katoen en pinda ‘ s (aardnoten) geproduceerd. Vee en kamelen worden gekweekt in de noordelijke en zuidelijke delen van Kassala. Industrieën in de regio omvatten katoenegreneringsfabrieken en spinnerijen, suikerraffinaderijen, oliezaadfabrieken en zeepfabrieken. Mineralen gewonnen zijn ijzererts, mangaan, kaolien, asbest, chroom, wolfraam, vermiculiet en magnesiet. Kassala stad is verbonden door weg en spoor met Gedaref en Eriba. De Arabieren vormen de grote meerderheid van de bevolking, waarbij de Beja ‘ s en de Nubiërs etnische minderheden vormen.