Rechters 18 commentaar

dus, laten we een stap terug. Denk aan wat we tot nu toe hebben gelezen. Idolen, een Leviet die zijn bediening verlaat om het bestuur van een huis van Idolen op zich te nemen. De eigenaar van dat huis kijkt naar alles wat er gebeurd is en denkt: “Wow, de Heer zegent me echt. Ik heb zelfs een Leviet als priester.” Ongehoorzaamheid. Bijgeloof. Totale geestelijke blindheid overal. Wat is de verklaring? Wat kan deze chaos en wanorde verklaren? Vers 1 van hoofdstuk 18.

18:1 ¶ In die dagen was er geen koning in Israël:

Oh ja. Ik kan niet geloven dat jullie dat allemaal vergeten zijn. Er is geen koning! Niemand om deze mensen in bedwang te houden. Niemand om fysiek onder deze mensen te zijn die hen vertelt wat ze moeten doen en wat ze niet moeten doen. Zonder dat soort terughoudendheid, vallen deze mensen uit elkaar bij de schijn.

nu hebben we al een zwervende Leviet gezien. Nu zien we niet alleen een individu rondzwerven, maar een hele stam. Ga verder met vers 1.

en in die dagen zocht de stam van de Danieten hen een erfenis om in te wonen; want tot op dien dag was hun al hun erfenis onder de stammen Israels niet gevallen.

we zullen hier stoppen en gewoon nadenken over wat dit statement betekent. Het lijkt erop dat deze stam nog geen erfenis heeft ontvangen. Maar dat is zo vreemd. Ik bedoel, tenslotte, gaf Joshua land aan elke stam voordat hij stierf. Heeft Dan tot nu toe echt zijn land niet ingenomen? Als je alle jaren bij elkaar optelt die in het boek rechters worden genoemd, krijg je meer dan 400 jaar. Echter, Ik denk dat er enige overlapping in tijden in het boek. Ik denk dat de tijdspanne van rechters ongeveer 300 jaar is.

en daarom noem ik hier de tijdfactor. Hoe lang denk je dat Dan geen land had? Herinner – terug in rechters Hoofdstuk 1 zagen we dan verdreven uit hun grondgebied door de Kanaänieten. Hebben ze 300 jaar gewacht voordat ze ergens anders land gingen innemen? Ik denk dat dat onwaarschijnlijk is.

dus, hier is wat ik krijg op. We zijn in de conclusie van het boek rechters. En toch denk ik niet dat de gebeurtenissen van dit verhaal aan het einde van de chronologische tijdlijn van het boek vallen. Ik denk dat de gebeurtenissen die we in dit verhaal zien, relatief kort nadat Joshua van het toneel verdween, zijn gebeurd. En wat ik het meest schokkend vind is de getuigenis die het geeft aan hoe slecht de mensheid is. Hoe snel we kunnen vallen. En hoe ver die val kan zijn. We kunnen een goddelijk begaafde leider hebben. En toch zijn we zo gevoelig voor het kwaad.Dus, ik zeg alleen, wen maar aan de gedachte dat deze gebeurtenissen niet honderden jaren na de dood van Joshua zijn. Ik denk dat we daar meer bevestiging van zullen zien, zowel aan het einde van dit verhaal als in onze volgende en laatste les.18:2-6

nu, terug naar het verhaal. We hebben een zwervende stam die uit zijn territorium werd verdreven door de Kanaänieten in hoofdstuk 1. Nu, vers 2.

2 en de kinderen van Dan zonden uit hun huisgezinnen vijf mannen , van hun landpalen, kloeke mannen, van Zora en van Estaol, om het land te verspieden, en te doorzoeken.; en zij zeiden tot hen: Gaat heen, doorzoekt het land; en als zij kwamen aan het gebergte van Efraim, aan het huis van Micha, vernachtten zij aldaar. 3 als zij bij het huis van Micha waren, zo verstonden zij de stem van den jongeling, den Leviet; en zij keerden daarheen, en zeiden tot hem: Wie heeft u herwaarts gebracht? en wat maakt gij in deze plaats? en wat heb je hier? 4 en Hij zeide tot hen: Alzo en alzo doet Micha met mij; en hij heeft mij gehuurd, en ik ben zijn priester. 5 En zij zeiden tot Hem: vraag toch gode Raad, opdat wij weten, of onze weg, dien wij gaan, voorspoedig zal zijn. 6 en de priester zeide tot hen: Gaat heen in vrede; voor het aangezicht des HEEREN is uw weg, waarin gij heengaat.

is dit geen triest teken van volledige omkering? Israël komt naar het land, bespioneert het en verovert het dan. Maar nu vanwege hun zonde, is een van hun stammen gedwongen om dit patroon te vernieuwen van naar nieuw land gaan, het te bespioneren, en het dan te veroveren.

en het is zo vreemd. Het was te moeilijk voor dan om hun land te bezitten dat Joshua hen gaf. En toch denken ze er niet aan mijlen en mijlen te voet te reizen om nieuw land te vinden – gemakkelijker land. Land, welker inwoners zij kunnen overwinnen zonder de hulp des HEEREN. In hun eigen kracht. Ze doen echt wat goed is in hun eigen ogen. De weg van de Here werkte niet. Ze gaan innoveren.

nu komen ze toevallig de afgodendienaar Leviet tegen in Micha ‘ s huis van goden. Ik ben benieuwd hoe deze mannen de stem van deze Leviet kennen. Ik weet niet hoe ze de stem van de Leviet kenden, maar dat deden ze wel. En zo spreekt de Leviet met de 5 Danieten. De Danieten vragen de Levieten om te goddelijk of hun weg wel of niet voorspoedig zal zijn. En nu weten ze dat deze Leviet onorthodox is. Hij zorgt voor een afgodisch heiligdom gevuld met beelden. En dus veronderstel ik dat de Danieten hun eigen onorthodoxie tonen door zelfs maar enig vertrouwen te stellen in het vermogen van deze Leviet om Gods oor te bemachtigen. We weten niet of de Leite God zoekt in antwoord op het verzoek van de Danieten. Alles wat we weten is dat deze man die doet wat goed is in zijn eigen ogen, vrij snel zijn goedkeuring geeft aan hun reis. Hun weg is voor de Heer. Het heeft zijn goedkeuring. Ze zullen net zo welvarend zijn als Micha als ze de Heer ongehoorzaam blijven. Je hebt het afgodische Leviet ‘ s stempel van goedkeuring!

rechters 18: 7-10

dus, weg met de 5 Danites gaan. Noordwaarts naar de noordelijkste uithoeken van Israël. Bij Sidon. Vers 7.

7 ¶ Toen gingen de vijf mannen heen, en kwamen te Lais, en zagen het volk, dat daarin was, hoe zij zorgeloos woonden, naar de wijze der Sidoniers, stil en veilig; en er was geen magistraat in het land, die hen in enig ding beschaamde.; en zij waren verre van de Sidoniers, en hadden met niemand iets te doen. 8 en zij kwamen tot hun broederen te Zora en Esthaol; en hun broederen zeiden tot hen:Wat zegt gij? 9 en zij zeiden: maakt u op, dat wij tegen hen optrekken; want wij hebben het land gezien, en ziet, het is zeer goed; en zijt gij stil? zijt niet lui om te gaan, en om in te gaan, om het land te erven. 10 Wanneer gij gaat, zo zult gij komen tot een zeker volk, en tot een groot land; want God heeft het in uw hand gegeven, een plaats, waar geen gebrek is van enig ding, dat op de aarde is.

ik vind de retoriek van de 5 danitische spionnen verbazingwekkend. Ze praten net als de twee trouwe spionnen die het land gingen bespioneren in de tijd van Mozes. Ze spreken in termen die vergelijkbaar zijn met wat Mozes zelf decennia daarvoor gebruikte. En toch zijn hun harten niet goed met de Heer zoals Mozes was en zoals Kaleb en Jozua waren. Maar de Danieten nemen door God hetzelfde niveau van leiderschap aan als deze goddelijke mannen vanouds. Ik zou zeggen dat dat een beetje aanmatigend is.

rechters 18:11-14

maar de danitische spionnen verkopen hun zaak. En zo blijkt dat de hele stam van Dan afwijkt van de toewijzing van het land dat hun gegeven is door de Heer. Vers 11.

11 ¶ en van daar gingen van het geslacht der Danieten, uit Zora en uit Estaol, zeshonderd mannen, met krijgswapenen toegerust. 12 en zij togen op, en legerden zich in Kirjath-Jearim, in Juda; daarom noemden zij die plaats Mahanehdan tot op dezen dag; ziet, zij is achter Kirjath-Jearim.13 en zij gingen van daar naar het gebergte van Efraim, en kwamen tot het huis van Micha. 14 Toen antwoordden de vijf mannen, die heengingen, om het land van Lais te verspieden, en zeiden tot hun broederen: weet gij, dat in deze huizen een efod , en terafim, en een gesneden beeld, en een gegoten beeld is? zie dan nu, wat gij te doen hebt.

ik hou van de subtiliteit van deze spionnen. “Bedenk wat je moet doen. Er zijn al die begeerlijke dingen in dit huis. Je kunt wel raden welke actie je moet ondernemen.”

rechters 18: 15-18

u wenst dat de reactie van het volk zou zijn om de afgoden en afgodendienaars rond daar te vernietigen. Maar wat doet de stam van Dan eigenlijk? Vers 15.

15 en zij keerden derwaarts, en kwamen tot het huis van den jongeling, den Leviet, tot het huis van Micha, en groetten hem. 16 en de zeshonderd mannen, met hun krijgswapenen, die uit de kinderen van Dan waren, stonden bij de deur der poort. 17 en de vijf mannen, die heengingen, om het land te verspieden, togen op, en kwamen daarheen, en namen het gesneden beeld, en den efod, en de terafim, en het gegoten beeld.: en de priester stond aan de deur der poort, met de zeshonderd mannen, die met krijgswapenen gesteld waren. 18 en deze gingen in Micha ‘ s huis, en namen het gesneden beeld, den efod, en de terafim, en het gegoten beeld.

dus ze nemen de instrumenten van Micah ‘ s afgoderij. Maar niet om ze te vernietigen, ben ik bang. Laten we eens kijken naar de reactie van de priester op dit alles. Midden van vers 18.

Toen zeide de priester tot hen: Wat doet gij?

Hoe stelt u zich voor dat hij die vraag stelt? Vol zorgen en zorgen om zijn sponsor, Micah? Vol woede en woede dat de Danieten de objecten stelen waarmee hij ‘bedient’? Geen. Ik denk dat het meer een kwestie van nieuwsgierigheid is.18:19-20

we zullen zien of hun reactie op hem en vervolgens zijn reactie op hun reactie dat bevestigt. Vers 19.

19 en zij zeiden tot hem: zwijg, leg uw hand op uw mond, en ga met ons, en wees ons een vader en een priester.: is het u beter een priester te zijn voor het huis van een man, of een priester te zijn voor een stam en een geslacht in Israel? 20 en het hart des priesters verblijdde zich, en hij nam den efod, en de terafim, en het gesneden beeld, en ging in het midden des volks.

rechters 18: 21-26

Waar is de loyaliteit? Die is er niet. Niet in de dagen van de rechters. Vers 21.

21 ¶ en zij keerden zich om, en gingen heen, en zetten de kinderkens, en het vee, en het wagen voor hen. 22 als zij nu een goeden weg waren uit het huis van Micha, zo vergaderden de mannen, die in de huizen waren, die bij Micha ‘ s huis waren, en zij achterhaalden de kinderen van dan. 23 En zij riepen tot de kinderen van dan. En zij wendden zich, en zeiden tot Micha: Wat is u , dat gij met zulk een vergadering komt? 24 En Hij zeide: Gij hebt mijn goden weggenomen , die ik gemaakt heb, en den priester, en gij zijt weggegaan; en wat heb ik nog meer? en wat is dit, dat gij tot Mij zegt: Wat is u? 25 en de kinderen van Dan zeiden tot hem: laat uw stem in het midden van ons niet gehoord worden, opdat niet toornige broeders op u niet lopen, en gij uw ziel verliest, met de ziel uws huizes. 26 en de kinderen van Dan gingen heen; en Micha, ziende, dat zij hem te sterk waren, keerde zich om, en keerde weder tot zijn huis.

wat kan hij nog meer doen? Ik denk dat hij het mis had over dat God hem steunde omdat hij een Levitische priester had. Tot zover dat bijgeloof. En daarmee buigt Micah zich uit het verhaal, en wordt er nooit meer iets van gehoord.

rechters 18:27-31

maar de Danieten en hun nieuwe priester zijn nog steeds in zicht. Vers 27.

27 ¶ En zij namen de dingen, die Micha gemaakt had, en den priester, die hij had, en kwamen te Lais, tot een stil en zeker volk; en zij sloegen hen met de scherpte des zwaards, en verbrandden de stad met vuur. 28 en er was geen Verlosser, want zij was verre van Sidon, en zij hadden met niemand iets te doen; en zij was in het dal, dat bij Beth-Rechob ligt. En zij bouwden een stad, en woonden daarin. 29 En zij noemden den naam der stad dan, naar den naam van hun vader dan, die aan Israel geboren was; doch de naam der stad was eerst Lais. 30 en de kinderen van Dan richtten het gesneden beeld op; en Jonathan, de zoon van Gersom, den zoon van Manasse, hij en zijn zonen waren priesters voor den stam van Dan, tot den dag der gevangenis des lands. 31 En zij richtten zich het gesneden beeld van Micha op, dat hij gemaakt had, al de dagen, dat het huis Gods te Silo was.

de verteller geeft ons twee vrij schokkende onthullingen.

eerst onthult hij eindelijk de identiteit van deze afgoderij Leviet. Hij is niemand minder dan Jonathan! Maar je bent niet geschokt. Maar Jonathan is de zoon van Gersom. Nou, dat is interessant, maar misschien nog niet helemaal op het niveau van shock. Hier is het schokkende deel. Gersom is de zoon van Mannasse. Big deal toch? Het is belangrijk. Ik weet dat het moeilijk is om in het Engels te geloven, maar in de Hebreeuwse tekst lijkt Mannasseh eigenlijk erg op een andere Hebreeuwse naam – Mozes. In feite krijg je de naam Mannaseh door simpelweg het Engelse equivalent van een “N”toe te voegen. Maar in de Hebreeuwse tekst dat” N ” – de ene letter die Mannasseh onderscheidt van Mozes – het zweeft boven de basislijn – wat echt ongebruikelijk is. En de rabbijnen die de tekst kopieerden, legden hun redenen uit om dit te doen. Zij erkenden dat Mozes de oorspronkelijke naam in de tekst was. Maar ze wilden Mozes’ nagedachtenis niet onteren door toe te geven dat de kleinzoon van deze man een afgodendienaar was. En toch moeten we niet verbaasd zijn om dit soort dingen in dit boek te zien. De harde realiteit is dat Mozes – die machtige man van het geloof-zijn eigen kleinzoon een afvallige was. En dat geeft je een idee van wanneer dit deel van het boek plaatsvond. Tijdens het leven van een kleinzoon van Mozes. Hoe snel viel Israël.

het tweede en laatste waar ik op zal wijzen is het allerlaatste vers. We hebben een hele stam betrokken bij afgoderij. Misschien was dat omdat Gods huis ergens verloren ging. Ik bedoel, we horen er niet veel over in dit boek, of wel? Dat doen we niet – en toch, het laatste vers vertelt ons dat het er nog steeds was. In Shiloh. Het was beschikbaar. Maar het lijkt er heel weinig of er waren de neiging om het.

wat een afschuwelijk beeld schetst dit van de religie in Israël. Israël begon dit boek uit problemen met buitenlandse idolen. Nu zijn de idolen van eigen bodem. Israël had ook moeite met het bestrijden van buitenlandse legers aan het begin van dit boek. En de volgende keer zullen we ze problemen zien ondervinden met binnenlandse legers-burgeroorlog.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.