dus, hier is het geheim-het einde van rechters hoofdstuk 8 laat ons zien hoe Israël God onrecht heeft aangedaan. En het is dan in hoofdstuk 9 waar we het kwaad zien dat Israël doet met Gideon ‘ s huishouden.
rechters 9: 1-2
nu wil ik nog een laatste ding zeggen over deze sectie die we net hebben gelezen. Gideon, de rechter, is dood. En nu doet het volk wederom kwaad in de ogen des HEEREN. Dit patroon klinkt bekend, niet? Wat kunnen we nu verwachten? Rechter sterft. Mensen rebelleren tegen God. Wat doet God dan? God zou een onderdrukker sturen. En dat doet hij ook in dit verhaal! Maar hoe waren onderdrukkers tot nu toe? Het waren buitenlanders. Ze waren buiten Israël en gebracht door de Heer. Maar nu is de onderdrukker intern. De onderdrukker is een Israëliet. De onderdrukker is Gideon ‘ s zoon. Laten we over hem lezen in hoofdstuk 9 verzen 1 en 2.
9:1 ¶ Toen ging Abimelech, de zoon van Jerubbaal, naar Sichem, tot de broederen zijner moeder, en sprak met hen, en met het ganse geslacht van het huis van den Vader zijner moeder, zeggende: 2 spreek toch voor de oren van alle mannen van Sichem: is het u beter, dat al de zeventig zonen van Jerubbaal over u heersen, of dat een over u regeren? vergeet ook niet dat ik uw bot en uw vlees ben.
Abimelech gaat naar Sichem. Sichem is een stad in Manasse – vrij dicht bij Ophrah, de stad van Gideon. Abimelech gaat naar Sichem en begint campagne te voeren om koning te worden. Het volk wilde zijn vader Gideon koning maken. In plaats daarvan koos Gideon voor iets als de rol van een priester. Maar zijn zoon is nu actief bezig om koning te worden.Hij praat met de familie van zijn moeder. Vergeet niet, Abimelech ‘ s moeder komt uit Sichem. Ze was de concubine van Gideon.
en Abimelech geeft deze waarschuwing aan de mannen van Sichem. Als ze hem niet Koning maken, worden ze geregeerd door 70 man. Dat is nogal vergezocht, trouwens. Wie zegt dat Gideon ‘ s 70 zonen koning zouden willen zijn en over Israël zouden heersen? Nou, dat is wat Abimelech zegt dat zal gebeuren. En in dat geval zouden ze er goed aan doen om slechts één man over hen te hebben in plaats van 70. En trouwens-Abimelech wijst erop-Ik ben je familie. Dus, ga de mannen van Sichem deze boodschap vertellen, staat Abimelech erop.
rechters 9:3
en dat doen ze in vers 3 —
3 en de broeders zijner moeder spraken van hem voor de oren van alle mannen van Sichem al deze woorden; en hun harten neigden Abimelech na te volgen.; want zij zeiden: Hij is onze broeder. 4 en zij gaven hem tien en zestig zilverlingen uit het huis van Baalberith, waarmede Abimelech ijdele en lichtzinnige lieden huurde, die hem volgden.
u en ik proberen Abimelech nog steeds uit te zoeken. Hij wil koning worden. Misschien is dat goed. En het volk van Sichem volgt hem. Misschien is dat goed. Toen gaven de mannen van Sichem hem geld. OK. Maar het geld komt uit de tempel van deze Baal-Berith – Israëls nieuwe god. Niet oké. En met dat geld huurt Abimelech gemene schurken in om hem te volgen. Nogmaals, niet goed.
rechters 9: 5
en het beeld dat we hebben van Abimelech wordt vanaf nu niet beter. Lees vers 5.
5 En Hij ging in zijns vaders huis te Ofra, en doodde zijn broederen, de zonen van Jerubbaal, zeventig mannen, op een steen; doch Jotham, de jongste zoon van Jerubbaal, bleef over, want hij verborg zich.Abimelech doodt 70 van zijn broers op één steen. Stel je het bloed voor. Stel je de angst voor die deze mannen – sommige jonge mannen ongetwijfeld – ervoeren. Stel je het geschreeuw voor. En waarvoor? Wat hadden deze mannen gedaan? Helemaal niets. Abimelech is een gevoelloze, zelf zoekende man. Hij stopt nergens voor om zijn zin te krijgen. Zelfs als het betekent dat hij zijn eigen broers moet vermoorden om het te krijgen. Hij is echt Kanaanized.Rechters 9: 6
je zou kunnen denken dat dit soort ongebreidelde wreedheid en wreedheid de mannen van Sichem zou kunnen doen heroverwegen hun beslissing om Abimelech tot koning te maken. Maar dat doet het niet. Ze gaan verder met de procedure in vers 6 —
6 en alle mannen van Sichem verzamelden zich, en het ganse huis van Millo, en gingen heen, en maakten Abimelech koning, bij het vlakke veld van het pilaar, dat bij Sichem was.
dus, het lijkt erop dat het kwaad heeft gewonnen. Abimelech is koning. De 70 zonen van Gideon zijn dood. Misschien maakte het goed en dat is alles wat er is … of is het? Ken Je Jotham Nog? Hij is de jongste zoon van Gideon. Hij is ontsnapt. En hij heeft een boodschap voor de mannen van Sichem.
rechters 9: 7
laten we het begin ervan lezen in vers 7.
7 ¶ en als zij het Jotham vertelden, ging hij heen, en stond op de hoogte van den berg Gerizim, en hief zijn stem op, en riep, en zeide tot hen: Hoort naar Mij, gij lieden van Sichem, dat God naar ulieden hoort.
nu ligt de berg Gerizim ten zuiden van Sichem. Het is ironisch genoeg de plaats van waaruit de helft van de stammen van Israël de zegeningen uitgaf voor het houden van de wet van Mozes terug in Jozua ‘ s tijd. En is het niet interessant dat Jotham nu op het punt staat – geen zegen – maar een vloek uit te vaardigen. Een vloek voor deze mannen die zich niet houden aan de wet van Mozes.
rechters 9: 8-15
maar Jotham gaat deze vloek introduceren met een fabel in de verzen 8 tot en met 15. Hij zegt:…
8 de bomen gingen een tijd uit om een koning over hen te zalven; en zij zeiden tot den olijfboom: regeer over ons. 9 maar de olijfboom zeide tot hen: zou ik mijn vettigheid verlaten, waarmede zij God en den mens door Mij eren, en gaan, om zich over de bomen te verheffen?10 en de bomen zeiden tot den vijgeboom: kom, en regeer over ons. 11 maar de vijgeboom zeide tot hen: zou ik mijn zoetigheid en mijn goede vrucht verlaten, en heengaan om over de bomen te stijgen?12 Toen zeiden de bomen tot den wijnstok: kom, en regeer over ons. 13 en de wijnstok zeide tot hen: zou ik mijn wijn, die God en den mens vrolijk maakt, verlaten, en heengaan, om zich over de bomen te verheffen?
14 Toen zeiden alle bomen tot de braam: kom gij, en regeer over ons. 15 Toen zeide De braam tot de bomen: indien gij Mij in waarheid tot koning over u zalft, zo komt, en vertrouwt op mijn schaduw.: en zo niet, laat vuur uit de braam komen, en verteren de cederen van Libanon.
dus, wat zegt deze fabel? De bomen – fictief, natuurlijk, is dit niet echt gebeurd – maar de bomen gaan op zoek naar een koning. Klinkt als de mannen van Israël. Dus, ze gaan naar de olijfboom, maar hij is te druk met het produceren van vet. De vijgenboom-iets kleiner dan de olijf – kan het ook niet. Hij is bezig fruit te maken. Dan laten de bomen hun blik zakken. Ze gaan naar de wijnstok. Hij is niet echt een boom – maar hey, de bomen willen echt een koning. Maar zelfs de wijnstok zal niet over hen heersen. Hij is druk met wijn produceren.
Let ‘ s notice a pattern in these royal candidates so far. Olijven, vijgen, druiven. Dit zijn de dingen die door deze drie bomen worden geproduceerd. Maar de volgende kandidaat levert niets op. Hij is een braam. Goed genoeg om verbrand te worden.
rechters 9: 16-21
OK … dus wat betekent dit? Luister naar Jothams uitleg in verzen 16 tot en met 21.
16 ¶ nu dan, indien gij waarachtig en oprecht gedaan hebt, dat gij Abimelech tot koning gemaakt hebt, en indien gij Jerubbaal en zijn huis wel gedaan hebt, en hem gedaan hebt naar het recht zijner handen; 17 (Want mijn vader heeft voor u gestreden, en zijn leven verre gewandeld, en u verlost uit de hand der Midianieten); 18 En gij zijt heden opgestaan tegen mijns vaders huis, en hebt zijn zonen, zeventig mannen, op een steen gedood, en hebt Abimelech, den zoon zijner dienstmaagd , koning gemaakt; over de mannen van Sichem, omdat hij uw broeder is; 19 Indien gij dan te dezen dage oprecht en oprecht met Jerubbaal en met zijn huis gehandeld hebt, zo verblijdt gij u in Abimelech, en hij verblijde zich ook in U; 20 maar zo niet , zo ga vuur uit van Abimelech, en verteer de mannen van Sichem, en het huis van Millo; en laat vuur uitgaan van de mannen van Sichem, en van het huis van Millo, en verteer Abimelech. 21 en Jotham liep weg, en vluchtte, en toog naar Beer, en woonde aldaar, uit vreze voor zijn broeder Abimelech.En dat is Jotham ‘ s vloek op Abimelech en de mannen van Sichem en deze plaats genaamd Beth-Millo of het Huis van Millo – die naar Ik aanneem een fort was binnen of dichtbij Sichem.
rechters 9: 22-29
en wat we nu gaan zien voor de rest van het hoofdstuk is dat deze vloek zichzelf oplost. We zullen ook meer en meer zien van Abimelech ‘ s brutaliteit en wraakzuchtige geest. Dus, we zullen lezen met commentaar hier en daar. Er is veel actie en details. Het kan verwarrend zijn. Dus wacht even en we komen er wel uit. Laten we vers 22 lezen.
22 ¶ als Abimelech drie jaren over Israel geregeerd had, 23 Zo zond God een boze geest tussen Abimelech en tussen de mannen van Sichem; en de mannen van Sichem handelden trouwelooslijk met Abimelech.24 opdat de wreedheid, gedaan aan de zeventig zonen van Jerubbaal, komen zou, en hun bloed gelegd zou worden op Abimelech, hun broeder, die hen gedood had, en op de mannen van Sichem, die hem geholpen hadden, om zijn broederen te doden. 25 en de mannen van Sichem legerden hem op de hoogte der bergen, en zij beroofden allen, die door dezelve weg doorgingen; en het werd Abimelech aangezegd.
OK, vervolgens zien we een nieuwe man naar de stad komen, precies omdat Shechem de banden met Abimelech heeft verbroken.
26 ¶ en Gaal, de zoon van Ebed, kwam met zijn broederen, en toog over naar Sichem; en de mannen van Sichem vertrouwden op hem. 27 En zij togen uit in het veld, en verzamelden hun wijngaarden, en traden de druiven, en maakten vrolijk; en zij gingen in het huis huns Gods, en aten en dronken, en vloekten Abimelech. 28 en Gaal, de zoon van Ebed, zeide: Wie is Abimelech, en wie is Sichem, dat wij hem zouden dienen? is hij niet de zoon van Jerubbaal? en Zebul zijn officier? dien de mannen van Hemor, den vader van Sichem; want waarom zouden wij Hem dienen? 29 en Och, dat dit volk onder mijn hand was! dan zou ik Abimelech verwijderen. En Hij zeide tot Abimelech: vermeerder uw heir, en ga uit.
laat me het even uitleggen. Zoals ik al zei, Geloof ik dat Gaal een afstammeling is van Hamor, Sichem ‘ s vader. Weet je nog? Sichem is degene die van Jacob ‘ s dochter hield. Maar om de zaken te verwarren, is er een zoon van Manasse, wiens naam Sichem was. En hij vestigde zich in Sichem. Dus blijkbaar stamt Abimelech af van deze Israëlitische Sichem – niet de zoon van Hamor. Dus, Gaal zegt-Laten we de echte Sichem dienen, niet deze Joodse bezetters.
rechters 9:30-57
30 ¶ als Zebul, de overste der stad, de woorden van Gaal, den zoon van Ebed, hoorde, zo ontstak zijn toorn. 31 En Hij zond boden tot Abimelech in het geheim, zeggende: Zie, Gaal, de zoon van Ebed, en zijn broederen zijn te Sichem gekomen; en zie, zij versterken de stad tegen u. 32 nu dan, maak u des nachts op, gij en het volk, dat met u is, en leg u neder in het veld.: 33 en het zal geschieden in den morgenstond, als de zon opgaat, zo zult gij vroeg opstaan, en onder gaan over de stad; en ziet, als hij en het volk, dat met hem is, tegen u uitgaan, zo zult gij hun doen, gelijk als gij oorzaak zult vinden.En Abimelech stond op, en al de mensen die bij hem waren, ‘ s nachts, en zij wachtten Sichem af in vier compagnieën. 35 en Gaal, de zoon van Ebed, ging uit, en stond aan de deur der stadspoort; en Abimelech maakte zich op, en het volk, dat met hem was, van achterligging. 36 toen Gaal het volk zag, zeide Hij tot Zebul: zie, er is Volk afgedaald van de hoogte der bergen. En Zebul zeide tot Hem: Gij ziet de schaduw der bergen als mensen. 37 Toen sprak Gaal wederom, en zeide: Zie, er is een volk afgekomen in het midden des lands, en er is een andere schare langs den eik van Meonenim gekomen. 38 Toen zeide Zebul tot Hem: Waar is nu uw mond, waarmede gij zeidet: Wie is Abimelech, dat wij hem zouden dienen? is dit niet het volk dat gij veracht hebt? ga naar buiten, Ik bid nu, en vecht met hen. 39 en Gaal toog uit voor het aangezicht der mannen van Sichem, en streed tegen Abimelech. 40 en Abimelech jaagde hem na, en hij vlood voor zijn aangezicht; en velen werden verslagen en verwond, tot aan de deur der poort. 41 en Abimelech woonde te Aruma; en Zebul verdreef Gaal en zijn broederen, dat zij niet te Sichem zouden wonen.
OK, Abimelech nam het op tegen Gaal en joeg hem weg. Gaal en zijn volk zijn nu uit Sichem. Dus je zou kunnen denken dat Abimelech zou toegeven over het vechten tegen de stad. Maar dat is niet wat we nu zien….
42 ¶ en het geschiedde des anderen daags, dat het volk uitging in het veld; en zij gaven het Abimelech te kennen. 43 En Hij nam het volk, en verdeelde het in drie hopen, en hij loerde op het veld, en zag toe, en ziet, het volk ging uit de stad; en hij maakte zich tegen hen op, en sloeg hen. 44 en Abimelech, en de hoop, die met hem was, haastten zich, en stonden aan de deur der stadspoort; en de twee andere hopen liepen op al het volk, dat in het veld was, en doodden hen. 45 en Abimelech streed tegen de stad dien gansen dag; en hij nam de stad in, en doodde het volk, dat daarin was, en sloeg de stad af, en zaaide haar met zout.En toen alle mannen van de toren van Sichem dat hoorden, gingen zij het huis van de god Berith binnen. 47 en het werd Abimelech aangezegd, dat al de mannen van den Toren van Sichem vergaderd waren. 48 en Abimelech klom op den Berg Zalmon, hij en al het volk, dat met hem was.; en Abimelech nam een bijl in zijn hand, en hieuw een tak van de bomen af, en nam dien, en legde dien op zijn schouder, en zeide tot het volk, dat bij hem was: wat gij Mij hebt zien doen, haast u, en doe, gelijk als ik gedaan heb. 49 en al het volk hieuw desgelijks een iegelijk zijn tak af, en zij volgden Abimelech na, en legden hen in de vesting, en staken hen met vuur aan; alzo stierven ook alle mannen des torens Van Sichem, omtrent duizend mannen en vrouwen.
en met Sichem vernietigd zou je kunnen denken dat Abimelech ‘ s wraak tevreden zou zijn. Maar dat is het niet. Hij blijft op zijn rampage…
50 ¶ Toen toog Abimelech naar Thebez , en legde zich tegen Thebez, en nam haar in. 51 en er was een sterke toren in de stad, en derwaarts vloden alle mannen en vrouwen, en allen der stad, en sloten ze voor hen, en klommen op het hoofd des torens. 52 en Abimelech kwam tot den toren, en streed tegen dien; en hij ging hard tot de deur des torens, om dien met vuur te verbranden. 53 en een vrouw wierp een stuk molensteen op Abimelechs hoofd, en allen om zijn schedel te breken. 54 toen riep hij haastig tot den jongeling, zijn wapendrager, en zeide tot hem: Trek uw zwaard uit, en dood mij, opdat de mannen van mij niet zeggen: een vrouw heeft hem gedood. En zijn jongeling stak hem door, en hij stierf. 55 als nu de mannen van Israel zagen, dat Abimelech dood was, zo gingen zij, een iegelijk naar zijn plaats.
maar hier is het punt van het hele verhaal dat we net hebben gelezen…
56 alzo deed God de boosheid van Abimelech wederkeren, die hij zijn vader gedaan had, door zijn zeventig broederen te doden; 57 en al het kwaad der mannen van Sichem deed God wedergeven op hun hoofden.: en over hen kwam de vloek van Jotham, den zoon van Jerubbaal.
en is dat niet wat we net zagen? Abimelech doodde zijn 70 broers. Een van die broers ontsnapte en sprak een vloek uit over Abimelech en de mannen van Sichem die hem sterkten om deze moorden te plegen. En voor het grootste deel van dit hoofdstuk hebben we deze vloek zien ontvouwen. Het vuur – metaforisch gesproken-kwam uit Abimelech en verteerde de mannen van Sichem en vice versa.
nu, wat leert dit verhaal ons? Verschillende dingen. Ik zal er een paar noemen.
1) Abimelech neemt de slechte elementen die we zagen in Gideon-zoals persoonlijke wraak en brutaliteit-en hij verheft het tot de nde graad. Vaders en moeders hier-moge de Heer ons helpen om in de geest te wandelen en niet de daden van het vlees voort te brengen. Jij en ik weten allebei dat onze kinderen die zonden alleen maar zullen vergroten.
2) God ziet en weet alles. Is het niet grappig dat Abimelech de jonge man vraagt om hem te doden zodat niemand weet dat een vrouw hem heeft vermoord? Iedereen die dit verhaal kent, kent de feiten. We zijn niet voor de gek gehouden door Abimelech. We weten wat er gebeurd is omdat God het gemeld heeft. En hij alleen Weet en ziet alles.
3) Het wordt steeds erger in Israël. Gideon had zeker zijn fouten. Maar hij had wat geloof en God gebruikte hem om zijn volk te bevrijden. Gideon ‘ s zoon was niet eens een rechter en hij leverde Gods volk niet af – hij onderdrukte hen. Het volk dient nog steeds valse goden. Het wordt erger, niet beter. En de volgende keer gaan we verder op deze neerwaartse spiraal met het verhaal van Jeftha, de zoon van een prostituee die misschien zijn eigen dochter heeft opgeofferd. We zien de volgende keer wel.