recente studies hebben onze kennis van initiële gebeurtenissen die leiden tot epitheliale celpolariteit aanzienlijk uitgebreid. Epitheliale polariteit wordt gedeeltelijk gedefinieerd door apicale cel–cel strakke verbindingen die het plasmamembraan scheiden in het apicale domein en het basolaterale domein, evenals de zonula adherens die intercellulaire adhesie bemiddelen. Het proces van epitheliale polarisatie is nauw gekoppeld aan de biogenese van deze verbindingen. Studies in zoogdierepitheliaale cellen en lagere organismen hebben twee evolutionair behouden junctional complexen geïdentificeerd als belangrijke epithelia polariteitsregelaars: de kruimels complex en de partitionering defect complex. Verstoring van de componenten van de twee complexen leidt tot een stoornis van epitheliale celpolariteit en defecten in junctievorming of onderhoud. Recente ontdekkingen hebben meer details onthuld over hoe de twee junctional polarity complexen functioneren om epitheliale polariteit vast te stellen. Ze stelden ook de vraag over de relatie tussen polariteit en hechting. Hoewel het algemeen wordt aanvaard dat de cel–celadhesie een oriëntatiepunt verstrekt waarvan de polariteit kan overgaan, zijn er resultaten die aan de mogelijkheid wijzen dat de polariteitscomplexen cel–celadhesie kunnen regelen. Het schijnt waarschijnlijk dat de proteã nen die celadhesie en celpolariteit controleren intiem samen werken om definitieve epitheliaale polariteit te vestigen.