Genesis 27:39-41
toen Isaak zijn – werkelijk Gods – zegen had gegeven, was er niets meer over voor Esau. De zegen was een “alles of niets” toevoeging aan de erfenis; het kon niet worden verdeeld tussen de twee zonen van Isaak. In werkelijkheid is de daaropvolgende “zegen” die Esau ontvangt, gelijk aan een vloek. In de nieuwe King James versie leest het alsof Isaak Esau zegent in Genesis 27: 39-40, maar het is geen zegen maar een profetie.
zoals hier te zien is, zijn de twee gebruiken van “of” in vers 39 verkeerd vertaald; in deze context impliceert het Hebreeuwse woord, niet “behoren tot”, maar “van” of “weg van.”Op dit vers, de Keil en Delitzsch commentaar op het Oude Testament merkt,” door een spel op de woorden Isaak gebruikt dezelfde uitdrukking als in vers 28, ‘Uit de vette velden van de aarde, en van de dauw,’ maar in de tegenovergestelde zin, min zijn partitief daar, en privatief hier, ‘van = weg van.”Zo voorspelt Isaac dat Esau’ s afstammelingen in een onvruchtbaar, dorre gebied zouden leven.
een gevolg hiervan wordt voorspeld in vers 40: Er zal een voortdurende strijd zijn tussen de ‘hebben’ Jakob en De ‘hebben-niet’ Esau; zij zullen een voortdurende, internekineuze ruzie maken over ‘ de vetheid van de aarde en de Dauw van de hemel.”Vaker wel dan niet, Jacob zou dominant zijn-totdat Esau zou rebelleren in frustratie en woede. Isaac voorspelt dat ze vaak tot klappen zullen komen, en af en toe zullen Esau ‘ s nakomelingen een tijdje de overhand hebben.Esau ’s volkomen menselijke reactie na het horen van Isaac’ s woorden is consistent met wat we weten van zijn persoonlijkheid: “En Ezau haatte Jakob, om de zegen, waarmede zijn vader hem zegende, en Ezau zeide in zijn hart:de dagen van rouw voor mijn vader zijn nabij, zo zal ik mijn broeder Jakob doden “(Genesis 27: 41). Te laat realiseerde hij zich de waarde van de zegen, en nu was zijn hele aandacht gericht op haat tegen zijn broer. Hebreeën 12: 15-16 beschrijft zijn houding ten opzichte van Jakob als een “wortel van bitterheid”, een diepe en diepgewortelde vijandigheid die uiteindelijk iemand corrumpeert en ontheiligt die haar handhaaft.Dit onthult de mentaliteit van Esau en zijn afstammelingen, de Edomieten. Alles wat van hen had moeten zijn, was nu van Jacob, en ze zullen vechten tot het bittere einde der Dagen om het terug te krijgen! Toch zegt God dat het niet zo moet zijn. Zijn profetie in de “zegening” staat Esau slechts incidentele suprematie toe. Omdat Jakobs zaad zowel het geboorterecht als de zegen bezat, zouden zij normaal gesproken zegevieren en uiteindelijk de overwicht hebben.
het geboorterecht maakte Jacob de ontvanger van een dubbel deel van de erfenis, en de zegen was een geschenk van God waardoor de patriarch de beloofde familie zegeningen doorgaf. Deze zegeningen omvatten het patriarchaat – “wees meester over uw broeders” (Genesis 27:29) – dat nu van Jakob was! Dit betekende dat, na de dood van Izaäk, de leidende positie in Abrahams familie niet aan de oudere, Esau, maar aan de jongere, Jakob werd overgedragen. Esau werd overgelaten om zijn eigen huis te vormen, maar zonder de macht, positie en rijkdom die inherent zijn aan het geboorterecht en de zegen.
In deze profetieën laat de Bijbel zien dat dominante familiekenmerken worden doorgegeven aan volgende generaties. Daarom denken en gedragen de Israëlieten zich in het algemeen zoals hun vader Jakob, terwijl de Edomieten nog steeds de opvattingen en drijfveren van Esau behouden. Hoewel niet elke Israëliet of Edomiet de persoonlijkheid van zijn voorvader letterlijk zal imiteren, zullen deze eigenschappen naar boven komen als nationale kenmerken, waardoor opmerkzame waarnemers hun oorsprong kunnen identificeren en ze in Bijbelse profetie kunnen inpassen.Vanwege Jacob ‘ s diefstallen van het geboorterecht en de zegen, haatte Esau zijn broer genoeg om zijn dood te beramen! Deze brandende haat is sinds die tijd van generatie op generatie doorgegeven, ongeveer 3700 jaar lang. Dit geeft ons dus een fundamenteel inzicht in de omstreden relatie tussen deze twee volkeren.
Richard T. Ritenbaugh
Alles Over Edom (Deel 1))