Jean Senebier, een Zwitserse natuuronderzoeker, werd geboren op 6 mei 1742. Senebier was een van de onderzoekers die bijdroeg aan ons begrip van de complexe plantenmagie die we fotosynthese noemen. Enkele jaren geleden schreven we een artikel over Jan Ingenhousz, een Nederlandse arts en plantenchemicus, en we zeiden daar-zoals vaak wordt gezegd-dat Ingenhousz fotosynthese heeft ontdekt. In werkelijkheid was dat een beetje te eenvoudig. Wat Ingenhousz in 1779 ontdekte, was dat, wanneer de groene delen van een plant aan zonlicht worden blootgesteld, de plant “goede lucht” produceert, die we zuurstof zouden noemen, maar die destijds bekend stond als “dephlogisticated air” (voor meer informatie over de phlogiston theorie, zie onze post van slechts een paar maanden geleden op Joseph Priestley). Maar Ingenhousz wist niet dat een essentieel ingrediënt in dit proces kooldioxide is, of “vaste lucht”, zoals het werd genoemd. Hier kwam Senebier in beeld.In het begin van 1782 toonde Senebier aan dat planten in zonlicht vaste lucht (kooldioxide) absorberen en gedephlogisticeerde lucht (zuurstof) uitstoten, en dat ze geen zuurstof produceren tenzij koolstofdioxide en zonlicht aanwezig zijn. Hij toonde aan dat de productie van zuurstof plaatsvindt in de bladeren. En hij toonde verder aan dat de planten iets anders produceren in het proces, iets met koolstof erin, die vermoedelijk uit de vaste lucht kwam. Senebier schreef drie boeken over het onderwerp tussen 1782 en 1788, de laatste zijn Expériences sur l ‘ action de la lumičre solaire dans la végétation; we hebben alle drie werken in onze collectie geschiedenis van de wetenschap. Het spijt mij dat wij onder de huidige omstandigheden Geen toegang hebben tot deze boeken en u geen afbeeldingen van deze boeken kunnen tonen.Als het gaat om de vraag wie de fotosynthese heeft ontdekt, verdienen zowel Ingenhousz als Senebier lof. Maar niet alle eer. Geen van hen realiseerde zich dat wanneer een plant kooldioxide omzet in zuurstof in de aanwezigheid van zonlicht en een organische koolstofverbinding maakt, er nog een bijproduct is: energie. We kunnen het beide mensen niet kwalijk nemen dat ze dit niet beseffen, want energie als concept bestond niet in de jaren 1780. het zou pas in 1845 zijn dat een Duitser, Julius Mayer, een van de pioniers in het begrip van energie, zou aantonen dat fotosynthese, naast al het andere, energie produceert door de omzetting van zonlicht in chemische energie. Men zou dus kunnen concluderen dat het werk van Senebier, Ingenhousz en Mayer (en misschien ook Priestley en Antoine Lavoisier) nodig was om zelfs maar het ingewikkelde proces van fotosynthese te ontrafelen.
interessant is dat als je Google vraagt: “Who discovered photosynthese”, het antwoord ondubbelzinnig is: Jan Ingenhousz. Maar net onder, Google biedt afbeeldingen van mensen die je misschien ook zoeken, en de foto ‘ s omvatten: Senebier, Priestley, Jan van Helmont (die in de eerste plaats gassen ontdekte), Stephen Hales (die aantoonde dat de ademhaling in de bladeren plaatsvindt), Mayer, en zelfs Melvin Calvijn van recentere tijden, die de werkelijke route van koolstof in fotosynthese ontdekte, en verdiende een Nobelprijs voor zijn inspanningen. Als Google antwoordt, vertellen de beelden het verhaal soms veel beter, vooral als het verhaal ingewikkeld is.Het olieportret van Senebier hierboven bevindt zich aan de Universiteit van Genève. Een tweede olieportret is te zien op de website van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW). Er wordt geen herkomst gegeven, maar het portretteert zeker Senebier, en het ziet er authentiek uit. Als iemand de locatie van dit portret en/of de portretkunstenaar kent, laat het ons dan weten.