de Zuid-Afrikaanse choreograaf en regisseur John Cranko (1927-73) was een sleutelfiguur in het Europese ballet van de 20e eeuw. Hij was een opmerkelijk veelzijdige choreograaf, maar het zijn vooral zijn full-scale verhalenballets die wereldwijd populair blijven, waaronder Onegin (1965, 1967) en The Taming of the Shrew (1969). Cranko werd geboren in Rustenberg en begon in zijn vroege tienerjaren ballet te studeren in Johannesburg. Hij trainde bij de Cape Town Ballet School en creëerde zijn eerste werk, The Soldier ‘ s Tale, voor de Kaapstad Ballet Club in 1945. Dat jaar verhuisde hij naar Londen om te trainen bij Sadler ‘ s Wells Ballet School (later de Royal Ballet School), terwijl hij bleef choreograferen. Voor het seizoen 1947/48 danste hij met Sadler ‘ s Wells Ballet (later het Royal Ballet) en creëerde zijn eerste grote werk, Sea Change, in 1949. Op 23-jarige leeftijd ging hij met pensioen als danser en werd resident choreograaf van Sadler ‘ s Wells Theatre Ballet. Werken uit deze periode zijn onder andere het komedie ballet Pineapple Poll (1951) en zijn eerste full-length ballet The Prince of the pagodes (1957, op een nieuwe partituur van Benjamin Britten). In 1961 werd hij balletdirecteur van het ballet van Stuttgart, dat onder zijn leiding een van Europa ‘ s beste dansgezelschappen werd. Andere functies waren hoofdchoreograaf van het ballet van de Staatsopera van München (1967-1971). Hoewel Cranko ‘ s productie werd ingekort door zijn vroege dood, is zijn unieke vloeiendheid als verhalenverteller niet alleen te zien in zijn werken, maar ook in die van de choreografen die hij beïnvloedde, waaronder Kenneth MacMillan en Peter Wright.