45 km N van Kisumu
met een unieke biodiversiteit is het weinig bezochte Kakamega Forest het enige natuurlijke tropische regenwoud dat nog over is in Kenia — ooit een aaneengesloten deel van het Guineo-Congolian Forest ecosysteem, dat zich uitstrekte van de equatoriale regenwouden van West-Afrika. Dik gebladerte, torenhoge bomen en een lichtfilterend bladerdak van verstrengelde wijnstokken creëren een prachtig nat, Dicht leefgebied dat allerlei zeldzame en bedreigde vogels en dieren ondersteunt. Dat Kakamega überhaupt bestaat, is een wonder, want de bomen zijn al lang gewaardeerd voor hout, en goud dat in 1923 in het gebied werd ontdekt, veroorzaakte een korte mijnenwaan die, genadig, snel op niets uitliep. Maar het commercieel kappen van bomen ging door tot de late jaren 1980-inheemse bomen zoals het kostbare Elgon Teak, Elgon olive, mukomari en Afrikaans satinwood zijn zwaar uitgebuit. De inspanningen voor het behoud worden nog steeds gehinderd door het illegaal kappen van bomen, en een van de hartverscheurende bezienswaardigheden hier in de buurt is van arme dorpelingen die bundels hout dragen die bestemd zijn om hun huisvuren te voeden. Kakamega ondersteunt een aanzienlijke bevolking – de dichtste plattelandsbevolking op aarde, in feite, en de Luhya-mensen die rond het bos wonen, zijn er sterk op aangewezen voor brandhout, houtskool en hout. Autoriteiten worden geconfronteerd met een echte morele verplichting, gezien de benarde situatie van verarmde lokale gemeenschappen die nergens anders kunnen terecht voor hun basisbehoeften. Het bos blijft ook een centrale rol spelen in sommige van hun traditionele praktijken-bepaalde clans voeren mannelijke besnijdenis ceremonies uit bij Heilige mugumu bomen in het bos. Blijkbaar is de race om het bos te redden begonnen, maar dat heeft de vloedgolf van misbruik niet gestopt. Als zelfvoorzienend ecosysteem is het regenwoud bijzonder kwetsbaar – zelfs het verwijderen van organisch materiaal uit de grond vormt een bedreiging voor de bodemvruchtbaarheid en het bestaan van het bos zelf. Doemdenkers die de gestage achteruitgang van het bos observeren voorspellen dat het verdwijnen ervan onvermijdelijk is, waardoor een bezoek aan dit doorweekte paradijs niet alleen een aantrekkelijk avontuur buiten de gebaande paden is, maar ook een dringende omweg.